Openingstoespraak van de Communistische Partij van de Werkers van Spanje (PCTE) aan de teleconferentie van de Europese Communistische Actie (ECA) over het werk onder jongeren.

Beste kameraden,

De bijzondere aandacht van communisten voor hun werk onder de jeugd komt voort uit de fundamentele politieke noodzaak om de partij en haar invloed binnen de massabeweging te behouden en verder te ontwikkelen door het opbouwen van militante generaties. Uit de historische ontwikkeling van meer dan honderd jaar ervaring binnen de internationale communistische jeugdbeweging, net als in verschillende nationale ervaringen, kunnen we lessen van onschatbare waarde trekken die ons vandaag helpen de principes van ons politieke werk onder de jeugd verder te verdiepen en te definiëren. Met deze bijdrage willen we de specifieke taken van onze jeugdorganisatie in het revolutionaire proces beschrijven.

1. De geschiedenis en basis van de communistische jeugdorganisaties als ‘kaderschool’

De aandacht voor het werk onder de jeugd is een constante in de geschiedenis van onze politieke traditie. Aan het begin van de twintigste eeuw, met toenemend militarisme en de onderdrukking van de arbeidersbeweging, begon de Tweede Internationale de eerste socialistische jeugdbewegingen te bevorderen. De Internationale Unie van Socialistische Jongeren (IUSJ) werd opgericht als de jongerentak van de Tweede Internationale. Het uitbreken van de oorlog in 1914 en het opportunistische verraad versnelden de breuk tussen de sociaaldemocratie en het communisme. De beste socialistische jongeren kozen voor een onafhankelijke koers, weg van de onwrikbaarheid van de Tweede Internationale.

Amper twee jaar later luidt de Grote Socialistische Oktoberrevolutie het tijdperk van proletarische revoluties in. De Komsomol ontstaat als de vereniging van de vele jeugdorganisaties die verbonden zijn aan de Bolsjewistische Partij en oefent door haar voorbeeld een aanzienlijke invloed uit op de internationale communistische jeugdbeweging.

De imperialistische oorlog vergrootte de kloof tussen de sociaaldemocratische partijen en hun jeugdorganisaties. Jonge proletariërs, getroffen door uitbuiting en gedwongen mobilisatie, verzetten zich massaal tegen de oorlog. De socialistische jeugdorganisaties, die ontvankelijker zijn voor het bolsjewisme, vormden een verzamelpunt voor revolutionaire krachten. Dit benadrukte een specifieke vorm van de bredere strijd tussen hervorming en revolutie, tussen sociaaldemocratie en communisme, binnen de relaties tussen partijen en jeugdorganisaties. Dit leidde echter tot de eerste fouten in de karaktervorming van communistische jongerenorganisaties. Sommige van deze fouten vinden tot op de dag van vandaag politieke uitdrukking.

De standpunten die pleiten voor de onafhankelijkheid van jongerenorganisaties ten opzichte van communistische partijen ontstonden om twee redenen: ten eerste, hun rol als verzamelpunt voor revolutionaire hergroepering; ten tweede, hun volledige autonomie ten opzichte van de socialistische partijen tijdens het proces van ideologische afbakening.

De Communistische Jeugd Internationale—de jeugdafdeling van de Comintern, opgericht in 1919 uit de IUSJ—verwierp dit idee en pleitte voor de leiding van jeugdorganisaties door communistische partijen. Ook kwamen de verschillen tussen ‘vanguardistische’ en ‘massistische’ standpunten naar voren. Beide standpunten waren niet in staat de bijzondere rol van de communistische jeugd in het revolutionaire proces te begrijpen. Het is noch een jeugdpartij, noch een massa-organisatie zoals andere groepen binnen de sociale beweging. Deze discussie was eerder gevoerd door de Komsomol, die concludeerde dat de communistische jeugdorganisaties het karakter hadden van een ‘kaderschool’. Op haar derde Congres voltooide de Comintern de verenigde en verduidelijkte relatie tussen communistische partijen en hun jeugdorganisaties, en de bijzondere rol die deze organisaties speelden in het revolutionaire proces: “De jeugdbeweging draagt haar voorhoederol over aan de communistische partijen. (…) De rol van de communistische jongerenbeweging is het organiseren van de massa jonge arbeiders, hen op te voeden met de ideeën van het communisme en hen te betrekken in de strijd voor de communistische revolutie.”

Dit fundament van de jeugdorganisaties als scholen en schakels van communistische politiek onder de jeugdmassa’s is voortgekomen uit de leninistische theorie over de partij van het nieuwe type en de dialectiek van de revolutie in het tijdperk van het monopoliekapitalisme. De partij van het nieuwe type herstelde een revolutionair begrip van het machtsvraagstuk door de stellingen van Marx en Engels over het belang van een onafhankelijke politieke partij van de arbeidersklasse toe te passen. De communistische jeugd fungeert als het verlengstuk van zo een partij, tussen de jeugd van de arbeidersklasse en de bevolkingslagen. Daarom is het geen jongerenpartij; haar aard en voorhoede-actie zijn gericht op het politiek opvoeden van de jeugdmassa’s. Deze rol is niet alleen noodzakelijk in het revolutionaire proces, maar vormt ook een essentieel element in de opleiding van de toekomstige kaders van de partij.

Het schoolse karakter van de communistische jeugdorganisatie zorgt ervoor dat haar grenzen minder strikt zijn dan die van de partij. Dit komt mede door de betrokkenheid bij een deel van de arbeidersklasse dat nog in opleiding is en zich ontwikkelt tot een sociaal subject, een individu met een actieve rol te spelen in de maatschappij, en daarom minder beïnvloed en bevooroordeeld is door de burgerlijke ideologie. Zoals de Derde Internationale opmerkte: “Jonge arbeiders zijn door hun economische positie en psychologische gesteldheid ontvankelijker voor communistische ideeën.” Toch zijn de jeugdafdelingen ook vatbaarder voor hedendaagse burgerlijke ideologische tendensen en hebben ze minder ervaring met de klassenstrijd. Dit vereist een combinatie van bredere organisatorische criteria en een sterkere nadruk op het belang van ontplooiing, begrepen als een gezamenlijk proces van studie en actieve deelname aan de klassenstrijd.

2. De CJC als kaderschool van de PCTE

Het voorgaande legt de historische en politiek-ideologische criteria vast waarop de relatie tussen de PCTE en onze jeugdorganisatie, de CJC, is gebaseerd. De communistische jeugd is een strijdorganisatie die leert in het heetst van de strijd, door praktische ervaring en door haar actieve deelname aan de klassenstrijd. Zowel de theoretische studie als de praktische scholing worden vastgesteld door de partijleiding, die het opleidingssysteem voor het gehele project vaststelt, evenals de politieke richtlijnen en de algemene koers, aangepast aan het moment van massale interventie binnen de arbeidersklasse en de bevolkingslagen.

Hoewel er geen organisatorische onafhankelijkheid is tussen de jeugd en de partij, geven de collectieven zichzelf omwille van opleiding en politieke functionaliteit een autonome structuur binnen het democratisch centralisme. Desalniettemin bestaat er een solide organische band tussen beide organisaties. De jeugd neemt deel aan het politieke leven van de partij, en de partij ondersteunt de communistische jeugd op alle niveaus. Samenwerking tussen de partij en de jeugd is zeer nauw. Hoewel dit gekenmerkt wordt door de leidende rol van de partij, is dit leiderschap geen paternalisme of autoritaire oplegging, maar kameraadschappelijke begeleiding en ondersteuning.

In de komende jaren willen we het organisatiemodel van de jeugd en haar relatie met de partij verder ontwikkelen in het functioneren, zodat ze haar taken in de interventie en vorming binnen de jongere delen van de arbeidersklasse effectief kan uitvoeren.

3. De taken van de communistische jeugd in de organisatie van de socialistische revolutie: het communistische werk onder jongeren

Zoals eerder vermeld, wil de communistische jeugd het voortdurende proces van verjonging van de revolutionaire massabeweging en haar toenemende voorbereiding op de strijd om de macht garanderen. Om dit te bereiken, pleegt ze interventies op alle aspecten van het leven, het studeren en het werk van de jeugd, en streeft ze ernaar de politieke en organisatorische capaciteiten van de jeugd van de arbeidersklasse te versterken. Haar rol is het voorbereiden van de subjectieve factor onder niet-revolutionaire omstandigheden, en het bieden van organisatorische en institutionele steun aan deze voorbereiding. Met andere woorden: zij bevordert vanuit haar positie de vorming van de sociale beweging, die onder revolutionaire omstandigheden een arbeiders- en volksfront zal vormen dat in staat is de kapitalistische dictatuur omver te werpen en de dictatuur van het proletariaat te vestigen.

De arbeidersklasse is de leidende kracht van de revolutie. Haar samenhang kan alleen worden gewaarborgd door de werkplekken het epicentrum te maken van de revolutionaire beweging en van de nieuwe revolutionaire instellingen die voortkomen uit de arbeiders- en volksstrijd. De PCTE pleit niet voor organisatorische verschillen tussen de volwassen en de jonge arbeidersbeweging, maar de jonge arbeidersklasse wordt geconfronteerd met een aantal specifieke uitdagingen die een bijzondere aanpak vereisen voor haar organisatie in de productieve sfeer. De arbeidersjeugd maakt deel uit van het industriële reserveleger en wordt op die manier gebruikt tegen de rest van de klasse om lonen en arbeidsomstandigheden te verlagen, wat hun uitbuiting verergert. Bovendien heeft de evolutie van uitbuitingsvormen er aanzienlijk toe geleid dat jongeren minder deelnemen aan vakbonden. Om deze reden richt de CJC zich primair en consistent op de arbeidersjeugd en de werkplekken, met als doel de proletarische samenstelling van hun rangen te versterken.

Het andere belangrijke front is de studentenbeweging, waar wordt gestreefd naar het bevorderen van het verenigingsleven en de strijdbaarheid van jongeren tijdens hun opleiding, en ook naar de directe strijd tegen de ideologische reproductie van het kapitalisme, die plaatsvindt in het onderwijs. In Spanje zijn jeugdcollectieven actief op verschillende onderwijsniveaus, zoals middelbare scholen, universiteiten, en beroepsopleidingscentra. Ze stimuleren de organisatie binnen het studentenfront; richten de acties op politieke strijd, verbreden de grenzen van de revolutionaire studentenbeweging; creëren mogelijkheden voor massa’s om deel te nemen, te strijden en te discussiëren; en bevorderen de hoogste eenheid met de bredere arbeidersbeweging. De interventie in de studentenbeweging is niet alleen een garantie voor de voorbereiding van toekomstige generaties arbeiders, maar ook een sleutelgebied wat het smeden van de sociale beweging die de arbeidersklasse en de onderdrukte bevolkingslagen beslaat.

De communistische jeugd moet ook op een gestructureerde manier ingrijpen in andere delen van het sociale leven en verschillende massabewegingen en strijdvlakken, zoals de buurtbeweging, internationale solidariteit of de strijd van arbeidersvrouwen. De jeugd moet worden betrokken bij deze strijd en organisaties, die specifieke uitdrukkingen zijn van de algemene en gezamenlijke strijd geleid door de partij. Daarnaast is de jeugd actief in sport-, vrijetijds- en kunstverenigingen waaraan ze deelnemen en ontplooit ze eigen initiatieven en ruimtes voor het bevorderen van nieuwe culturele vormen en sociale relaties via buurthuizen in arbeiderswijken. In het geval van de CJC is het jeugdkamp een belangrijke pijler in dit beleid, gericht op het creëren van alternatieve ruimtes voor vrijetijdsbesteding, samenkomst en culturele expressie, in tegenstelling tot de kapitalistische normen.

4. Leerlingen van het heden, makers van morgen

Kameraden, als samenvatting komen de specifieke taken van de communistische partijen ten aanzien van de jongeren voort uit de erkenning van de bijzonderheden, beperkingen en mogelijkheden van dit deel van de arbeidersklasse, die bijzondere aandacht vereisen in het proces van het opbouwen van de sociale beweging. Deze taken omvatten de zorg van de partijen door het oprichten en ontwikkelen van communistische jeugdorganisaties, als een op de jeugd gebaseerde uitdrukking van het revolutionaire project zelf. Het onderscheidende kenmerk van dit deel van de voorhoede is daarom haar aard als school.

Het hebben van een sterke communistische jeugd, geworteld in werkplaatsen, scholen en buurten, die in staat is om nauwgezet het partijbeleid uit te voeren in de realiteit van de jeugd en die het belang begrijpt van revolutionaire scholing om elke burgerlijke ideologie te ontmantelen en af te remmen, om de wereld vanaf jonge leeftijd door het revolutionaire wereldbeeld te bekijken, is de grootste garantie voor het verbreden van de invloed van het communisme in elke nieuwe generatie en voor het versterken van de partij met kaders die gesmeed zijn in de hitte van de revolutionaire strijd.